Gedicht. Over postzegels en de postzegelverzamelaar [Will Evers]

De postzegel, het lijkt wel of ze altijd heeft bestaan,
Toch was er ooit een wereld zonder, helemaal niets aan,
Geen albums, catalogi en plakkers,
Het was een wereld zonder verzamelaars,
Een wereld ja, met alleen maar stakkers.
Het was een volkomen chaos,
Post kwam te laat of total loss.

Maar toen in 1840 had someone het lumineuze idee,
Ik maak een zegeltje, daar kun je wat mee,
Dat zegeltje was nog niet zo gek,
Genoemd werd het de penny black,
Een eind kwam aan het ongeorganiseerde bezorgen,
Vandaag geen zin, afleveren komt wel morgen.

Van toen af kwamen er zegels postfris, gestempeld of met plakker,
Rechthoekig, vierkant en zelfs rond,
Je kunt het zo gek niet denken of het bestond,
Zegels zo groot als een halve brief,
Of miniatuurtjes zoals Notopfer Berlin 2 pf, heel lief.

De meeste zegels komen uit een land,
Je kunt dat lezen soms alleen maar met een loupe,
Op de voorkant in het midden of aan de kant,
Engelse zegels zijn beroemd,
Omdat daar het land niet wordt genoemd
Maar zonder land ook uitgaven door organisaties,
De Europeese Unie en de Verenigde Naties.

Vanaf toen was alles goed georganiseerd,
Een brief of pakket met zegels rechtsboven,
In al die jaren veel geleerd,
Zoveel kennis niet te geloven,
Het werd tijd dat er ook verzamelaars kwamen,
Om zegels in albums in te ramen.

Kan je er rijk van worden,
daar doe je het niet voor,
Dat is niet aan de orde.
Maar ja, dan toch nog even een kleintje
De 2 pence blauw,
Die koop je niet voor een schijntje
Dan betaal je 4 miljoen voor, al gauw.

Maar belangrijker dan geld,
Zijn de ontmoetingen met andere addicten,
Rijk of arm, oud en jong,
In het pak, slordig of gelikten,
Zegels prima, maar ……….
Vooral de vriendschap die hier telt.

Will Evers, april 2022